Tegen een aantal ziektes kunnen schapen gevaccineerd worden:

  • Rotkreupel
  • Het bloed (Clostridium)
  • Zomerlongontsteking (Pasteurella)
  • Zere bekjes (Ecthyma)
  • Blauwtong
  • Q-koorts

Rotkreupel

Rotkreupel is één van de belangrijkste oorzaken van kreupelheid bij schapen en geiten en is moeilijk te bestrijden. Het wordt veroorzaakt en in stand gehouden door verschillende soorten bacteriën (o.a. Dichelobacter nodosus en Fusobacterium necrophorum) die samen de klauwen en tussenklauwhuid van het dier aantasten. De vaccinatie tegen rotkreupel is zeer effectief om de ziekte te voorkomen en om een infectie die er al is zo snel mogelijk onder controle te krijgen. De vaccinatie werkt 4-6 maanden effectief, het is dus verstandig om vlak voor een risicoperiode te gaan vaccineren. De injectie is pijnlijk en geeft een lokale reactie. In verband met de heftige reactie, is het niet verstandig drachtige dieren in de laatste twee maanden van de dracht te vaccineren.

Basisvaccinatie: 2 keer vaccineren met een tussentijd van 4 tot 6 weken.

Herhaling: voor iedere risicoperiode.

Lammeren: vanaf een leeftijd van 3 maanden.

Het bloed

Het bloed wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium. Deze bacterie komt van nature voor in de darm, maar produceert onder goede optimale omstandigheden voor de bacterie gifstoffen waar zowel schapen als lammeren ziek van kunnen worden. Vaak zijn de dikste lammeren getroffen, omdat deze voldoende voedingsstoffen in de darm hebben. De ziekte verloopt meestal zo snel dat er geen verschijnselen worden waargenomen. We hebben 2 vaccins tegen het bloed, een combinatie vaccin met zomerlongontsteking (Heptavac-P) en een vaccin tegen het bloed alleen (covexin).

Heptavac-P:

Basisvaccinatie: 2 keer vaccineren met een tussentijd van 4 tot 6 weken, waarvan de tweede enting 4 tot 6 weken voor het lammeren. De lammeren krijgen zo via de biest afweerstoffen binnen tegen het bloed, wat ze ongeveer 6 weken beschermt. De bescherming van lammeren tegen zomerlongontsteking via afweerstoffen uit de biest ongeveer 2 weken.

Herhaling: jaarlijks eenmalig 4 tot 6 weken voor het lammeren.

Lammeren: vanaf 3 weken leeftijd en voor een optimale bescherming herhalen na 4-6 weken.

Covexin:

Basisvaccinatie: 2 keer vaccineren met een tussentijd van 4 tot 6 weken, waarvan de tweede enting tussen de 2 en 8 weken voor het lammeren.

Herhaling: eenmalig 2 tot 8 weken voor het lammeren.

Lammeren: vanaf 2 weken leeftijd.

 

Zomerlongontsteking

Zomerlongontsteking treedt op in het voorjaar, de zomer en het najaar en behalve longontsteking veroorzaakt deze kiem ook ontsteking van het borstvlies, het hartzakje, bloedvergiftiging en bij schapen uierontsteking. Deze bacterie komt voor bij schapen van alle leeftijden, maar bij opgroeiende lammeren zijn de problemen veruit het grootst. Met name slechte weersomstandigheden of periodes met grote temperatuurschommelingen in dag en nacht zijn belangrijke risico’s. Het vaccin voor zomerlongontsteking is een combinatievaccin met het bloed; heptavac-P.

Basisvaccinatie: 2 keer vaccineren met een tussentijd van 4 tot 6 weken, waarvan de tweede enting 4 tot 6 weken voor het lammeren. De lammeren krijgen zo via de biest afweerstoffen binnen tegen zomerlongontsteking, wat ze ongeveer 2 weken beschermt. De bescherming van lammeren tegen het bloed via afweerstoffen uit de biest ongeveer 6 weken.

Herhaling: jaarlijks eenmalig 4 tot 6 weken voor het lammeren.

Lammeren: vanaf 3 weken leeftijd en voor een optimale bescherming herhalen na 4-6 weken.

Zere Bekjes (Ecthyma)

Zere bekjes is een aandoening aan de huid die veroorzaakt wordt door het parapox virus. Op de bekjes van de lammeren komen wrat-achtige korsten die ook kunnen verspreiden naar de klauwen of het uier van de moeder. Het kan zorgen voor verminderde voeropname, uierontsteking bij de ooi en kreupelheid. Meestal geneest het binnen 4 weken, maar door secundaire infecties kan het herstel langer duren. Vaccinatie gebeurt met een levend vaccin dus kan alleen ingezet worden op bedrijven die problemen hebben of voorgaande jaren problemen hebben gehad. Dieren zullen dan sneller van de infectie afkomen en symptomen zullen minder heftig zijn.

Vaccinatie ooien: eenmalig, 3 tot 4 weken voor het lammeren.

Vaccinatie tijdens problemen: eenmalige vaccinatie of bij aanhouden van problemen na 10 dagen een herhalingsinjectie.

Blauwtong

Blauwtong is een virusziekte, die wordt overgedragen door knutten. Symptomen zijn koorts, een dikke opgezette kop, kreupelheid en sterfte. Als gevolg van de koorts kunnen schapen verwerpen. Op dit moment is het virus weer aangetoond in het zuiden van Nederland en het is mogelijk tegen blauwtong te vaccineren.

Schapen: 1 keer per jaar, bij voorkeur vlak voor het knuttenseizoen, dus van mei tot en met juli.

Geiten: 2 keer met een tussentijd van 3 weken.

Lammeren: vanaf 3 weken leeftijd.

Q-koorts

Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetti. Het veroorzaakt bij schapen en geiten abortus, maar mensen kunnen er ook ziek van worden. Het is dan ook voor professionele melkschapen- en melkgeitenbedrijven en bedrijven met een publieke functie (open dagen, kinderboerderij, deelname keuringen etc.) verplicht om voor 1 augustus alle dieren gevaccineerd te hebben tegen Q-koorts. Dit moet goed geregistreerd worden in I&R. Als u uw dieren vrijwillig wilt laten vaccineren kan dat natuurlijk ook.

Basisvaccinatie: 2 keer vaccineren met een interval van 3 weken. De tweede enting moet 3 weken voor de dekking gegeven worden.

Herhaling: één keer per jaar.

Lammeren: vanaf een leeftijd van 3 maanden.